Pedagogisch beleid

Bij gastouderopvang OurSweetHome staat het kind centraal.  Ik werk volgens het pedagogisch werkplan van gastouderbureau SAAM, dit werkplan is zowel bij mij als bij SAAM op te vragen, als aanvulling op dit werkplan zie je hieronder een aantal punten uitwerkt zoals we daar in onze opvang mee omgaan, om ouders zo een goed beeld te geven van mijn manier van werken. Bij OurSweetHome werk ik met verbindend gezag volgens de trauma sensitieve wijze.

 

Ik vind het erg leuk en interessant om me steeds verder te verdiepen in het kind. Ik werk volgens een sensitieve en responsieve opvoedingsstijl en verbindend gezag. Ik ben ervan overtuigd dat er geen kinderen zijn die opzettelijk negatief gedrag vertonen. Daarom verdiep ik me graag in verschillende gedragsstoornissen en de psychologie van een kind. Belangrijk vind ik om altijd het positieve te zien in een kind. Kinderen mogen begeleiden in hun ontwikkeling is voor mij het mooiste dat er is. In de fase van Baby, naar peuter en dan kleuter maken kinderen een enorme  snelle ontwikkeling door. Over kinderlogica kun je je blijven verbazen, daardoor blijft mijn werk erg leuk en interessant.

Een sensitieve responsieve opvoeding zorgt ervoor dat een kind zich gezien, gehoord, begrepen, geaccepteerd en veilig voelt. Dit is van positieve invloed op de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. kinderen ontwikkelen beter als ze goed in hun vel zitten.  Door van de opvang een positieve omgeving te maken, zorg je ervoor dat kinderen zich veilig voelen. Je kijkt naar wat elk kind nodig heeft. Je maakt kinderen op een positieve manier bewust van hun mogelijkheden. Je reageert op de signalen die kinderen uitzenden en geeft ruimte aan hun eigen initiatieven. Het is van belang dat je als vertrouwde persoon het kind duidelijk laat weten dat je zijn of haar signalen zietdat je het kind ziet zoals het is, zodat het kind diep vanbinnen het gevoel krijgt dat het er mag zijn. Goed kijken naar de signalen van het kind en laten weten dat je de signalen van het kind ziet zijn noodzakelijk voor een veilige hechting en geven het kind basisvertrouwen. Dit bereik je door alle signalen die je ziet te benoemen. Ik geef woorden aan wat het kind doet, voelt, denkt of wil. Door alles te benoemen, help je het kind een ik-besef te ontwikkelen (wie ben ik, wat doe ik, wat wil ik, wat voel ik, wat denk ik…).  Je houdt als het ware een niet beoordelende spiegel voor.  Doordat het kind zich gezien en gehoord voelt, gaat het kind zich veilig voelen en durft hij/zij je te vertrouwen en tegelijkertijd vergroot je op deze manier de woordenschat van het kind.

Ik vind het erg belangrijk dat een kind zich bij ons veilig en "thuis" voelt om dit te bereiken werk ik op de volgende manier :

Emotionele veiligheid in de omgang tussen gastouder en kind
Het is belangrijk te weten wat de persoonlijke kenmerken van een kind zijn, omdat je er dan ook goed op in kan spelen. Tijdens de kennismaking, maar zeker ook tijdens het koppelingsgesprek bespreken we zoveel mogelijk kenmerken van het kind. Voor het kind is het fijn als de lijn van thuis zoveel mogelijk doorgetrokken kan worden in de opvang, en andersom, dan wordt het meer 1 geheel. Maar ook als het kindje al in de opvang is blijf ik goed observeren en blijf ik met de ouders in gesprek om het voor het kind zo fijn mogelijk te maken. Ik vind het ook heel belangrijk dat  het gastkindje de gastouder goed leert kennen en dat er een vertrouwensband ontstaat, dit probeer ik te bereiken door het kind altijd te begroeten bij binnenkomst, zorgen voor structuur en vast ritme, zodat het kind weet wat er gaat gebeuren. Duidelijk de regels benoemen en ook consequent gebruiken en toch het kind de ruimte te geven binnen deze grenzen de eigen weg te ontdekken, zodat kind weet wat van hem /haar verwacht wordt en bij het kind past. Zo creëren we een gezellige informele omgang met elkaar met op z’n tijd een dikke knuffel. Heel belangrijk is ook dat kinderen altijd hun gevoel mogen tonen, ze mogen blij zijn, ze mogen verdrietig zijn, ze mogen boos zijn... etc. Kinderen tonen hun gevoel vaak met ander gedrag. Het is de kunst om achter het gedrag te kunnen kijken. Niet het gedrag afkeuren, maar ingaan om de behoeftes die achter het gedrag zitten.

Het creëren van emotionele veiligheid in de opvangruimte
Ik hang van ieder kindje een foto in de fotoladder op het toilet en in de huiskamer hangt van ieder kind een fotootje in een fotolijst. Het kindje ziet zo dat het bij ons in huis er bij hoort en de kinderen vinden het ook erg leuk om zo steeds alle andere kindjes te kunnen benoemen.

In de huiskamer is er 1 kast met 8 bakken waar het speelgoed in geordend is. Het speelgoed wordt steeds op dezelfde manier opgeruimd, zodat kinderen zelf weten waar ze het kunnen vinden en waar ze het moeten opruimen.  De kinderen mogen zelfstandig spullen pakken uit deze kast. Speelgoed wordt zo ingedeeld dat de onderste bakken ook geschikt zijn voor de allerkleinste, bovenste bakken voor grotere peuters en de kleine onderdelen blijven boven, dus niet in de ruimte waar de baby’s en Peuters verblijven. Binnen variëren we in bouwen, knutselen, naspelen van werkelijkheid, zoals koken, pop verzorgen etc.  maar ook dansen, zingen, puzzelen, spelletjes en boekjes lezen.

Buiten hebben we voornamelijk het rennen, klimmen, glijden, schommelen, springen e.d. dit om de grove motoriek te ontwikkelen. Buiten is er een veiligheidsplank die aan de trap van de glijbaan gehangen wordt, zodat peuters niet naar boven kunnen klimmen als er buiten even geen direct toezicht is. Ik zorg er steeds voor dat ik het kind op allerlei gebied blijf prikkelen, zodat het kind zich goed kan ontwikkelen.

Er is ook een kast met voor ieder kind een eigen bak. De kinderen mogen niet zelfstandig aan de bakken komen.(zijn ook op een hoogte dat peuters er niet bij kunnen) Ieder kindje weet wel wat zijn eigen bak is, en weet ook dat zijn eigen spulletjes daar bewaard worden, denk aan luiers, reserve kleding, knuffel, maar eventueel ook medicijnen o.i.d.. Het blijft zo geordend, geen tassen e.d. over de vloer.

Er mogen geen kleine onderdeeltjes in de huiskamer, zodat baby’s en peuters geen kans krijgen om zich hierin te verslikken/stikken (Ouderen kinderen spelen alleen buiten het bereik van baby's en peuters met Lego of Playmobil) Er wordt regelmatig opgeruimd zodat de kans op vallen over rond slingerend speelgoed zo klein mogelijk blijft.

De box is er voor het geval ik even naar boven moet om een kindje uit bed te halen of er in te leggen. In die tijd kan een baby of kleine peuter veilig in de ruimte beneden blijven, zonder dat oudere peuters bij het kind kunnen.

Knutselmateriaal pak ik zelf, zodat ik het kan afstemmen op de leeftijd.

Spelletjes e.d. staan in een afgesloten kast, daar kunnen de kinderen in overleg mee spelen. Ik ben er dan zelf altijd bij, dus ik weet wat de kinderen hebben en geef ouderen kinderen de instructie goed op te ruimen, dus dobbelsteen op tafel houden, niet op de grond gooien etc.

Puzzels liggen in de kast. Ik daag kinderen steeds uit door een puzzel van 1 niveau hoger te geven, lukt het niet, krijgen ze een lager niveau, lukt het wel, dan hebben we weer een stapje gewonnen.

Emotionele veiligheid creëren samen met de andere kinderen in de groep
Denk hierbij aan : Hoe kun je een kind helpen bij het krijgen van vriendjes ? In het dagelijkse programma is de tijd zo ingedeeld dat we vrij spelen, maar ook gezamenlijke activiteiten doen. Kinderen leren zo samen werken, samen spelen en samen delen. Bij het vrij spelen ontdekken ze zelf welk kindje dezelfde interesse heeft. Bij de groepsactiviteiten leren ze ook de kinderen die andere interesse hebben beter kennen. Van groepsactiviteiten leert een kind in opdracht werken als voorbereiding op school. Niet altijd kunnen doen waar je zin in hebt. Leren dat er ook regels zijn. Samen werken, doordat je op je beurt moet wachten. Ze zien veel van elkaar wat ook weer uitdaagt, ”dat wil ik ook kunnen”. Doordat we werken met kleine groepjes spelen kinderen snel met elkaar, ongeacht de leeftijd. Doordat ik met een kleine groep werk kan ik snel en goed inspelen op de behoeftes van het kind. Bij de gezamenlijke activiteiten wisselen we de interesse van de verschillende kinderen af, bij vrij spelen krijgen ze zoveel mogelijk ruimte te doen wat ze graag willen. Als het even niet kan leg ik goed uit waarom het dan niet kan en wanneer we het wel kunnen doen. Kinderen kunnen van elkaar heel veel leren, maar leren vooral ook als ze het waarom achter een regel kennen. Dus als je een goede uitleg geeft , blijft het beter hangen en weten ze de volgende keer meteen het waarom, zoals dat kan gevaarlijk zijn of dat kan pijn doen, want dat was toen ook gebeurd. Een klein kind leeft nog heel erg in de IK wereld dus heeft niet altijd in de gaten dat zijn eigen gedrag gevolgen heeft voor een ander. Dit kun je spelenderwijs al wel kenbaar maken. Bij de geplande groepsactiviteiten kun je kinderen leren op elkaar wachten bijvoorbeeld als ze gaan verven. Op een kleurtje wachten tot de ander klaar is. Als je beide hetzelfde wil dat je dan ook na elkaar kunt of om de beurt, zo stimuleer ik samen werken en samen spelen.

Steeds duidelijk de grenzen aan geven, de andere geen pijn doen. Situaties goed uitpraten, met vragen als :  Wat maakt dat het andere kind het niet leuk vindt ?, wat maakt dat de ander dat doet ? Kinderen leren daar van dat ze ook rekening moeten houden met anderen. Bijvoorbeeld : Een pop afpakken omdat je deze zelf graag wilt hebben is voor de ander niet leuk, hoe zou jij het vinden als iemand je pop afpakt ? Samen spelen en samen delen. Dit probeer ik te bereiken door het kind steeds goed te begeleiden in de groep. Positief gedrag benoemen, en negatief gedrag bespreken.

Afspraken regelmatig benoemen en als de afspraak niet nagekomen wordt, er op wijzen. Dus bespreekbaar maken en houden, met ook weer duidelijk maken waarom dat die afspraak belangrijk is. Kinderen leren emoties te tonen. Leren dat ze blij en vrolijk mogen zijn, maar ook verdrietig of boos mogen zijn.

Iedereen heeft zijn of haar eigen waarden en normen en ieder gezin heeft eigen huisregels. Om een beeld te krijgen van de regels in ons gezin hieronder wat voorbeelden :

 Voorbeelden van Regels bij Gastouderopvang Our Sweet Home
 * Lief zijn voor elkaar -> Geen geweld, dus niet slaan, schoppen, knijpen, krabben, duwen of trekken aan elkaar -> Als deze behoefte heel sterk aanwezig is mag er wel op een kussen geslagen worden.
 * We letten op ons taalgebruik -> Geen vieze woorden of grof taalgebruik, niet schelden
 * Zachtjes praten -> Niet schreeuwen en geen grote mond : Let wel op het moment een kind buiten zijn raampje gaat, wordt het hier niet voor gestraft, maar mag de emoties er zijn
 * Deuren doen we zachtjes dicht -> Niet met deuren gooien of spelen met daarbij de uitleg dat dat gevaarlijk is omdat er handjes of vingers tussen een deur kunnen komen
 * Tijdens het eten blijven we zitten op de stoel en wordt er eerst gevraagd als je van tafel wil
 * Tijdens een drinkmoment en koekje eten ga je aan tafel zitten
 * Speelgoed gebruiken waar het voor bedoeld is, dus niet mee gooien mits het een bal is ;-)
 * Gangdeur steeds goed sluiten, zodat kleine kinderen niet naar de trap kunnen
 * Niet in de keuken spelen (is ook afsluitbaar met een hekje)
 * Jassen hangen we aan de kapstok, schoenen op het schoenenplankje

 Voorbeelden van Waarden en Normen die we de kinderen aanleren bij gastouderopvang OurSweetHome
 * Als je wat wilt zeggen en er is al iemand aan het praten, dan wacht je op je beurt
 * Als je wat wilt hebben vragen we dat met Alsjeblieft (we noemen dit het toverwoord)
 * Als je iets krijgt zeggen we dankjewel (we noemen dit het toverwoord)
 * Als iemand binnenkomt of weggaat zeggen we gedag.
 
Op het moment dat een kindje een regel overtreedt, benoem ik de regel en leg ik uit waarom we deze regel hebben, als het kind dan nogmaals dezelfde regel overtreedt volgt er een waarschuwing, als er niet gereageerd wordt op waarschuwingen, dan neem ik het kind even apart en leg nogmaals uit waarom we een regel hebben en geef woorden aan de onderliggende behoefte. Bijvoorbeeld als een kindje een ander kindje omduwt en dan het speeltje afpakt wat het kindje vasthad. Dan leg ik het kindje wat duwt uit, dat ik zie dat hij graag het speeltje wil, maar dat duwen niet de oplossing is. Als je duwt doe je de ander pijn en dat is niet wat we willen. Als je graag het speeltje wil kun je het vragen. Het kind krijgt de tijd om tot rust  te komen. Op het moment dat er veel emotie loskomt, zit er vaak een andere behoefte achter het gedrag en ga ik in op de behoefte. Ik benoem wat ik vermoed dat er speelt. Vaak helpt het het kind al enorm om woorden te geven aan zijn of haar gevoel. Straffen voelt voor kinderen vaak als een afwijzing, dit is niet wat we willen bereiken en daar ben ik dan ook geen voorstander van. Het belangrijkste is dat alle kinderen zich prettig en veilig voelen en weer met veel plezier verder kunnen spelen.  Mijn ervaring is dat straffen ook niet echt nodig is, omdat de regels in huis duidelijk benoemd worden en dat dan vaak een waarschuwing voldoende is om ze daaraan te herinneren. Door zoveel mogelijk positieve punten te benoemen is straf niet nodig. Ik let er dan ook heel erg op om steeds te benoemen wat ze wel mogen en niet steeds te herhalen wat niet mag. Bijvoorbeeld, een kindje springt op de bank, dan zeg ik : "Op de trampoline mag je springen, de bank is om op te zitten" i.p.v niet op de bank springen, op deze manier weet het kindje gelijk waar het wel mag springen. Het kan door gaan met plezier maken door op de trampoline te springen en zo hebben we beide wat we graag willen bereiken, zonder dat het spel onderbroken hoeft te worden. Leren door het ervaren van de consequenties van je gedrag werkt vaak ook het beste. Bijvoorbeeld als een kindje zijn jas niet aan wil doen als het koud buiten is, dan werkt vaak het beste om het kind buiten te laten ervaren hoe het voelt zonder jas en door het zelf te ervaren begrijpen ze het nut van de jas. Door goed op te letten of het kind goed binnen zijn of haar 'window of tolerance' blijft, kun je ook tijdig starten met een activiteit die ervoor zorgt dat het brein weer wat tot rust komt. Zo blijf je escalaties voor. Elk kind heeft een eigen voorkeur om stress te kunnen reguleren, daarom krijgt het kind zelf de keuze wat helpend is op het moment dat de prikkels teveel worden. Bij jonge kinderen is co-reguleren erg belangrijk, daar besteed ik dan ook zeker de aandacht aan.

Op het tabblad opvang locatie is ook nog e.e.a. te lezen over mijn werkwijze